Literair Rijsel, a consommer sans modération

“Toen Louis Pasteur zijn post verliet als hoofd van de faculteit wetenschappen van de universiteit van Rijsel zei hij dat Rijsel een onuitputtelijk vat energie is. Dat was in 1857. Sedertdien is de stad zich blijven verrijken met invloeden uit zoveel culturen, uit vele landen”, Dit schrijft de Rijselse ere-bibliothecaris Dominique Arot. En gelijk heeft hij. Rijsel bruist van energie, leeft op het ritme van zijn vele inwoners. Geïnspireerd door wat Rijselse auteurs schreven en wat anderen schreven over deze Noord-Franse stad maken we een tocht door de straten en steegjes in het centrum. Literair Rijsel, a consommer sans modération.

We glijden langzaam de stad binnen in het station Lille Flandres. Vanuit de trein krijgen we een trieste blik op vuilnis en woonwagens met de op achtergrond het glimmende staal en glas van Euralille. Het statige station Lille Flandres was in 1846 het decor voor de opening van het traject tussen Rijsel en Parijs. Niemand minder dan Hector Berlioz dirigeerde er zijn “Symphonie funèbre et triomphale” die hij speciaal voor de gelegenheid had gecomponeerd, inclusief zijn “Chant des chemins de fer”. In het feestelijke cultuurjaar 2004, toen Rijsel culturele hoofdstad was, werd deze symfonie nog eens uitgevoerd.
De opening van de treinlijn betekende overigens nog niet dat het station daarmee afgewerkt was, dat was pas het geval in 1869. Het vele gebruik van het metaal stond symbool voor de fiere industriële activiteit in Rijsel. De façade van het gebouw is overigens die van de oude Gare du Nord, die steen voor steen is heropgebouwd in Rijsel.

Lees de volledige reportage in het magazine voor Open Monumentendag 2012 van UiT in Regio Kortrijk. (download, 9Mb)